Intussen in Frankrijk -21

Sinds zaterdagnacht regent het hier aan een stuk door. Het is een zachte regen maar omdat het geen minuut ophoudt, begint de grond toch verzadigd te geraken.

Overal stromen kleine beekjes, en de rivieren ruisen weer de berg af. ’s Nachts vind ik het eigenlijk wel fijn om ernaar te luisteren. Dan kan ik weer blij zijn met mijn warme bed en het dak boven mijn hoofd dat (nog) niet lekt.

Overdag begint het nu toch wel op een echte lock down te lijken. Ik heb al een paar dagen geen levende ziel meer gehoord of gezien. Ik wacht nog steeds op twee pakjes: één met chocolade voor mij, en één met pralines voor de buren. Het eerste pakje moet met de post komen en dan zou ik onze sympathieke factrice misschien eens een paar tellen kunnen aanschouwen. Het tweede pakje komt met een pakjesdienst en de kans dat die tot hier komt, lijkt met de dag kleiner te worden.

Verder gebeurt hier eigenlijk niets. Ik ga nog steeds twee keer per dag wandelen, met lange regenjas en laarzen, en één keer per dag ga ik met een paraplu kruiden plukken in de moestuin.

Gisteravond keek ik naar de eerste aflevering van Where The Wild Men Are over de 80-jarige Judith die heel afgelegen op een Iers eiland leeft, zonder water, zonder elektriciteit. Het was alsof ik mezelf in de toekomst zag. Over een jaar of twintig.

Intussen in Frankrijk -19

Eergisteren heeft de president gesproken. Ik luisterde rechtsreeks via Radio France Inter. Dat had ik nog nooit eerder gedaan. Ik vond het een aannemelijk verhaal. Na vier weken confinement, nog eens vier weken erbij. Dat is overzichtelijk.

Mijn vrienden in Prades lijken toch wat teleurgesteld. Ze verlangen naar contact, naar gesprekken met vrienden, naar een koffietje op een terras op het marktplein. Zij hebben geen boodschap aan de heropening van de scholen. Anderen vragen zich dan weer af hoe dàt in de praktijk zal gaan.

Tijdens ons skype-gesprek hebben we het ook over de nieuwe woorden in de Franse vocabulaire. Tot voor kort kende bijna niemand het woord ‘confinement’ en nog minder het woord ‘déconfinement’. Ze vragen welke woorden we in het Nederlands daarvoor gebruiken. Ik moet bekennen dat ik geen Nederlandse woorden daarvoor ken. Wij hebben het over lockdown, zeg ik. Voor déconfinement weet ik ook geen woord. Zelfs niet in het Engels.

Op paaszaterdag kreeg ik een berichtje van de ukelele-leraar van de muziekschool van Prades. Hij schreef dat hij zich de afgelopen weken vooral heeft beziggehouden met het opstellen van nieuwe lessen en dat hij die binnenkort met de hulp van een collega online gaat zetten. O help, dacht ik, ik heb al weken geen instrument meer aangeraakt. Ik heb zelfs niet gezongen. Hopelijk komt de zangjuf ook niet met zoiets aan. En als de scholen op 11 mei weer opengaan, zal dat ook voor de muziekschool gelden? Ik kan het me moeilijk voorstellen. Misschien moet ik toch maar beginnen met mijn partituren uit mijn boekentas te halen.

Gisteren bracht Marie weer een gevulde boodschappenmand. Voorlopig doe ik geen bestellingen meer. Bij de vorige bestelling is er iets fout gegaan en kreeg ik alles dubbel. En ik had al wat meer melk, boter, kaas en eieren dan gewoonlijk gevraagd. Zodat ik nu met een soort zuivelberg zit. Maar niet erg. Eergisteren heb ik de flan caramel van La cuisine c’est simple gemaakt. De allerlekkerste flan ooit. En ik ben erin geslaagd om hem niet in één dag op te eten. Ik heb zelfs nog een beetje over voor straks, als dessert.

Na vier weken lichte chaos met af en toe emotionele uitschuivertjes, lijkt het mij nu het goede moment om weer wat orde op zaken te stellen. De oude routines opnieuw opnemen of vervangen door nieuwe. Me net als onze regeringen stapsgewijs voorbereiden op de ‘déconfinement’.

20200415_123316

 

 

 

 

Intussen in Frankrijk -15

 

20200408_094735

Vandaag heb ik verdriet. Ja, verdriet, laat ik het maar met de naam noemen.

Nadat ik vanmorgen Cacahuète’s ontbijt had gegeven, bleef ik nog wat op het terras staan. Ik keek naar de dikke witte mist die zich als een deken over het dorp had gelegd en opeens rolden de tranen over mijn wangen.

Zo gaat dat met verdriet: het hangt al een paar dagen rond, weet zelf niet goed waar het vandaan komt en waar het naartoe wil, en plots vindt het een hendel, en hup, de sluizen gaan open.

De hendel is een datum. Begin april is voor mij een periode waarin herinneringen elkaar verdringen, waarin het water hoog staat.

Nadat ik de eerste golf met een grote zakdoek had opgevangen, zette ik een kop koffie en bekeek ik de e-mails en de WhatsApp berichten.

  • Mijn plaatselijke ‘bestie’ stelt voor om vandaag met elkaar te skypen.
  • Er is een lange e-mail van een vriendin waarvan ik aan de toon kan zien dat het vrij goed met haar gaat. Dat doet me plezier. Ze stuurt me bovendien een link naar een -voor mij- bijzonder troostend artikel.
  • Jérémy stuurt me een berichtje met de vraag of hij de naar het Frans vertaalde hoofdstukken van Colombe mag lezen.
  • Céline laat weten dat ze naar Prades gaat en vraagt of ze iets voor me mee kan brengen.
  • Een vriendin in A stuurt me een mooie schaduwfoto van zichzelf. Ik kijk ontroerd naar haar contouren.

Al die mensen hebben geen weet van de ‘hendel’, en weten dus niet hoe troostend hun berichten zijn.

Ik blijf maar huilen. Soms regent het toch ook een hele dag?

Tegelijk probeer ik mijn verdriet aan te kijken. Wie ben je en waar kom je vandaan?

Ik heb immers geen reden tot klagen. Ik leef in de best mogelijke omstandigheden, ik kan naar buiten wanneer ik wil. Eten en drinken wordt me gebracht.

Maar gisteren moest ik iets uit de auto halen en toen ik op de parking stond, kreeg ik een aanvechting om in te stappen, de sleutel in het contact te steken en weg te rijden. Gewoon ergens heen.

Toch is het niet die -hopelijk tijdelijke- vrijheidsbeperking die me verdrietig maakt.

Wat me doet huilen is wanhoop en machteloosheid. Ik maak me zorgen over de wereld. En dan heb ik nog niet eens kinderen. Hoe moeilijk moet het niet zijn, als je ook nog kinderen en kleinkinderen hebt? Want waar gaat dit naartoe?

Ik schaam me over de mensheid, over al dat knoeien, de gebrekkige, soms oneerlijke communicatie, de keer op keer verkeerde en vèrdragende beslissingen van mensen die het denken te weten.

Ik maak me zorgen over de mensen -en alle levende wezens- die het allemaal maar ondergaan, die nu al lijden, en over de toenemende armoede, die mensen tot wanhoop zal drijven. En over de machteloosheid die ik daarbij voel en zal blijven voelen.

Dat maakt me verdrietig.

Maar mijn tranen helpen niemand. Alleen mezelf. Ze luchten op en daarom mogen ze vandaag stromen.

Straks ga ik naar de moestuin. Ik probeer elke dag wat te zaaien. Vandaag worteltjes en radijsjes. En ik ga nadenken over vaste planten die ik nog kan installeren, zodat het voedselbos wat meer volume krijgt. Want dit is wat ik kan doen voor de aarde: goed voor haar zorgen, dankbaar gebruik maken van wat ze geeft en haar helpen om nieuw groen aan te maken. Voor mij, voor het dorp, en voor wie na mij hier ooit zal wonen.

20200408_121859

 

 

Intussen in Frankrijk -12

Gisteren bracht Marie mij een tweede lading boodschappen mee: Melk, havermout en kaas van de Intermarché, fruit en groenten van de groenteboer. De bloem die ik gevraagd had zat er niet bij. Maar ik ga nu niet moeilijk doen.

Ze droeg een mondmasker en hoewel ik op veilige afstand bleef zette ze bij elke beweging die ik maakte een stap achteruit. Ze voelde zich niet goed, zei ze.

Vanmorgen belde ik haar om te vragen hoe het was. Het ging beter, zei ze. Daarna heb ik een online bestelling gedaan bij Leonidas, zodat ik haar met Pasen kan verrassen. En nu maar hopen dat die chocolade tot hier geraakt.

20200402_123731

 

 

Intussen in Frankrijk – 11

Op het eerste gezicht is mijn leven de laatste tijd niet dramatisch veranderd. Ik heb mijn reis- en verblijfplannen moeten wijzigen, dat wel. Maar nu ik terug thuis ben, lijkt mijn leven op het leven ervoor. Ik was al een soort kluizenaar en daar had ik zelf voor gekozen.

Voorlopig kan ik niet meer naar de muziekschool. Meestal ging ik op donderdag en bezocht ik tussen twee lessen door mijn vrienden in Prades. Die dag deed ik meestal ook een paar boodschappen. Soms ging ik naar de markt: op dinsdag naar de grote markt of op zaterdag  naar de kleine biomarkt.

Het afgelopen jaar ging ik regelmatig naar een kinesiste in Perpignan. Op de terugweg ging ik wel eens bij een zus langs. En een keer per maand had ik een wandel/picknick-afspraak met vriendin Sue.

Dat is voorlopig allemaal opgeschort en je zou verwachten dat ik nu zeeën van tijd heb, maar niets is minder waar. De communicatie met vrienden en familie is nu veel intensiever geworden en neemt behoorlijk wat tijd in beslag. Er moet brandhout aangesleept worden en de kachel moet brandend gehouden worden want buiten is het koud en nat. Als het weer even wat zachter is haast ik me naar de moestuin want die heeft plots aan belang gewonnen. Nu de voedselbevoorrading beperkt is, onderzoek ik hoe ik de tuin meer en eerder kan laten renderen.

Ik schrijf vaker blogberichten en ik lees meer blog- en nieuwsberichten en ik luister ook meer naar de radio. Om 19 u kijk ik naar het vrt-journaal, en om wat ik gehoord en gezien heb te vergeten,  kijk ik daarna naar een aflevering van een miniserie.

Partituren blijven in de map en het boek dat ik lees vordert langzaam. Behalve blogberichten en e-mails ligt het creatief schrijven stil.

Ik merk ook kleine, subtielere gedragsveranderingen. Ik ben zorgzamer voor mijn lichaam. Droge handen en voeten worden vaker ingesmeerd. De yogamat wordt weer dagelijks uitgerold. Ochtend- en avondwandelingen worden -weer of geen weer- nooit overgeslagen. Ik drink wat vaker kruidenthee.

Ik denk (nog meer) na over wat ik eet, en alles wat de natuur cadeau geeft, brandnetels, weegbree, kaasjeskruid, paardenbloem, neem ik dankbaar aan. Ik ben zuinig in de keuken, geen druppel wordt gemorst, geen kruimel gaat verloren.

Als ik de trap neem of wat moet klimmen tijdens een wandeling ben ik dubbel voorzichtig. Een voet verstuiken of een arm of een been breken is het laatste wat ik nu wil meemaken.

En tot mijn schaamte moet ik toegeven dat ik onverdraagzaam ben geworden. Ik verdraag niet dat er vreemde auto’s door het dorp rijden of bij het bos geparkeerd staan. Erger nog: ik signaleer dit soort waarnemingen aan de burgemeester.

En omdat ik niet de enige ben, heeft ze nu een bord bij de ingang van het dorp geplaatst: ‘gelieve rechtsomkeert te maken’. Het is een kartonnen bord. Hopelijk is het maar zo lang nodig als het stand houdt.

Intussen in Frankrijk – 9

Gisteren had ik een sombere dag. Het begon met het nieuws dat Liesbeth List is overleden. Dat bracht me terug naar lang geleden toen mijn zussen en ik nog allemaal thuis woonden en ik de hele LP ‘Liesbeth List zingt Theodorakis‘ zowat uit mijn hoofd kende. Mijn oudste zus (ook een Liesbeth) kreeg het op haar heupen omdat ik maar bleef zingen van ‘ik heb een lief maar niemand weet dat hij mijn liefste is’. En ja, natuurlijk,  het staat allemaal op YouTube. Waar ik een tijdje bleef ronddwalen en tenslotte eindigde met een filmpje waarop Rufus Wainwright Hallelujah zingt met een 1500 koppen tellend koor. Toen liet ik de tranen maar komen.

 

Om me te troosten heb ik dan maar havermouttruffels gemaakt en om me verder af te leiden ben ik de bloembakken op het gemeenteplein gaan wieden en heb ik er een vers laagje haksel opgelegd. Nu nog bloemetjes planten.

Vandaag gaat het beter. Ik zou lief zijn voor mezelf en vooral niets moeten. De ochtendwandeling eens overslaan. Maar gelukkig ben ik nog steeds/opnieuw verslaafd en had ik voor ik het goed en wel besefte mijn wandelschoenen al aan.

Tegen de middag ben ik een tweede keer richting bos getrokken. Ik wilde daslook gaan plukken om er taboulé mee te maken. Ik ken maar één plek in het bos waar heel veel daslook staat en het was al een paar maanden geleden dat ik er nog kwam. Daarom zag ik nu pas wat de zware regenperiodes in het bos aangericht hadden. Er zijn heel wat bomen gesneuveld en de weg naar de plek bij de rivier waar eind maart/begin april dat kostbare kruid groeit was versperd. Heel even overwoog ik om terug te keren, maar dan heb ik mezelf een duwtje in de rug gegeven en ben ik met een omweg en wat klimmen toch bij de rivier geraakt. Receptjes met daslook zijn op komst.

Daarnet stuurde de burgemeester een filmpje rond waarin ze, samen met twee vriendinnen en een kip, een liedje zingt, om ons op te beuren. Jammer dat ik het hier niet kan tonen. Want het hielp wel een beetje.

Ook een telefoontje van Marie gekregen dat ik een boodschappenlijst mag maken tegen maandag. Ze gaan dan een bestelling doorgeven aan de Super-U-drive, zodat het deze keer wat meer mag zijn. Hmm, daar ga ik eens goed over nadenken.

20200328_115352

20200328_120855

 

Intussen in Frankrijk – 7

Mijn buurman is gezond en wel thuisgekomen. Hij had er een lange reis opzitten van Philadelphia over Frankfurt, Parijs en Montpellier naar Perpignan. Daar nam hij een taxi naar Glorianes.

‘124 euro,’ zei hij, ‘maar dat waren de best bestede 124 euro van mijn leven.’

‘Ma place est ici,’ voegde de hij eraan toe. En ik kan hem als geen ander begrijpen.

We voerden ons gesprek op twee-drie meter afstand, ik vanop het terras, hij onderaan de trap. Sinds gisteren heb ik hem niet meer gezien. Hij wilde vandaag te voet naar het dal gaan (11 km) en daar voorraad inslaan. Maar ik heb zo’n vermoeden dat de burgemeester daar een stokje voor heeft gestoken.

Vanmiddag kregen we een berichtje dat we beter thuisblijven en dat zij, Céline, en Marie, kersvers gemeenteraadslid, voortaan de boodschappen voor ons allemaal zullen doen. Ik heb eieren, yoghurt en boter besteld.

Mijn rugspieren, bekken- en schoudergewrichten begonnen vandaag erg vervelend te doen. Heel even werd ik ongerust. Maar neen, geen koorts en geen andere klachten. Mijn lieve Belgische huisarts stelde me via e-mail gerust. Voorlopig verweer ik mij met liters tijmthee en met mijn favoriete yogales bij Adriene.

In Perpignan liggen op dit moment 98 mensen in het ziekenhuis. Dertig zijn er ernstig aan toe. De luchthaven is gesloten. Er werd een lijst vrijgegeven van markten die nog mogen doorgaan, waaronder Prades. Ik ga er alleszins niet heen.

Vanmorgen lag er een dun laagje sneeuw. Rond de middag was het al weg.

20200325_073107

Intussen in Frankrijk – 6

Vanmorgen heb ik de voorraadkasten wat grondiger geïnspecteerd. Aanleiding was het bericht dat we ons nu niet verder dan een kilometer van huis mogen verplaatsen. En voor de dichtsbijzijnde winkel moet ik ongeveer 11 km ver.

Gisteren bood Marie, een dorpsgenote, nog aan om wat boodschappen voor me mee te brengen als ze donderdag naar het dal zou gaan, maar de kans dat ze naar de supermarkt in Prades (21 km) geraakt lijkt me erg klein. In het beste geval kunnen we misschien onze burgemeester naar het kleine supermarktje in Vinça (11 km) sturen, waar ze vooral huismerken verkopen en de andere producten de helft meer kosten dan ergens anders.

En dus ging ik maar weer eens in de kasten kijken. Ik heb ook foto’s gemaakt zodat ik over een paar weken kan vergelijken. Want ik kan zeker nog een aantal weken overleven. En misschien wel langer. Ik heb voldoende pasta, rijst en andere koolhydraten in huis, genoeg vetten (olijf- en andere olie, en nog een heel klein beetje boter), nog wat vis- en groentenconserven, veel te veel suiker, honing, konfituur en gedroogde vruchten. Twee pakjes chocolade, een pakje ‘cent wafers’ en een paar versuikerde karamellen. Een interessante voorraad wal- en hazelnoten. En een halfvolle diepvriezer met vlees (lamsvlees, rundvlees en vier duifjes die ik van een dorpsgenoot kreeg).

Ik zal dus zeker niet van honger omkomen. In de tuin groeit ook nog van alles en hopelijk wachten de kippen van de burgemeester niet te lang met het leggen van hun eerste ei.

Gisteren vernam ik dat mijn dichtstbij wonende buurman vandaag via Parijs terugkeert uit de VS. Hij zal twee weken in quarantaine moeten, maar dat zijn we inmiddels allemaal.

Met hem is inmiddels in ons dorp bijna iedereen terug van weggeweest. Het goede moment om een volkstelling te houden. Daar ga ik me ‘un de ces quatre’ eens mee bezig houden.

 

Intussen in Frankrijk – 5

Wanneer ik op vakantie ben geweest, doe ik meestal de volgende dag boodschappen. Even naar de biowinkel en naar de supermarkt in Prades, de koelkast en de voorraadkast aanvullen en hup, ik kan weer een weekje op de berg blijven.

Dat was ik ook van plan nadat ik vorige maandag halsoverkop vanuit België terug naar huis was gereisd. Maar de dag erna ging de ‘confinement’ in en ik besloot nog een paar dagen te wachten. Ik had geen zin om me tussen de hamsteraars te begeven. Ik keek rond in de keuken, inspecteerde de diepvriezer en onderzocht de moestuin op oud en nieuw groen en ik besloot dat ik nog kon wachten tot na het weekend om boodschappen te doen.

En nu is het zondagavond, ik zou morgen gaan winkelen, maar ik vond het creatief koken deze week zo fijn, dat ik ga proberen om het tot 1 april uit te houden. En echt moeilijk zal dat niet zijn: in de diepvriezer heb ik lams- en rundsvlees van de dorpsboerderij, in mijn voorraadkast ontdek ik allerlei dingen waarvan ik het bestaan vergeten was en die nog niet over de houdbaarheidsdatum zijn, en in de tuin staan nog prei en selder die ik in het najaar geplant heb en schieten jonge plantjes op van uitgezaaide sla en snijbiet.

De enige dingen waarover ik twijfelde waren boter, eieren, melk en kaas. Ik heb nog een dobbelsteen boter, vier eieren, twee halve liters melk, een stukje parmezaan en een stukje emmentaler. Een paar dagen geleden dacht ik nog dat ik die zuivelproducten echt nodig had, maar nu denk ik: als ik met alles heel zuinig omga, haal ik 1 april wel en anders moet het maar zonder. Ik vind het zelfs grappig om te merken hoe sommige dingen na een tijdje minder onmisbaar blijken te zijn dan eerst gedacht.

Ik heb ook geen vers fruit in huis, maar wel rozijnen, abrikozen, walnoten en hazelnoten en ook nog vijgen in de diepvriezer.

Vanmorgen heb ik een brood gebakken en ik heb nog genoeg bloem voor een tweede brood later op de week. Onze burgemeester vroeg me trouwens mijn recept van brood-zonder-kneden. Ze liet me ook weten dat ze drie legkippen heeft gekocht en dat ik over een paar weken eieren bij haar mag halen. Allemaal via WhatsApp want zij houdt zich voorbeeldig aan de regels.

Ze stuurde ook een filmpje rond waarin ze laat zien dat ze eigenhandig een das heeft gevangen. Ze heeft hem in een kooi gezet en hem een paar kilometer buiten het dorp weer vrijgelaten. Goed van haar, voor onze moestuinen, en ook voor de das. Want hij zou de eerste niet zijn die door de buurman doodgeschoten wordt.

Vanavond heb ik risotto gemaakt zonder witte wijn en boter, en toch was hij lekker. Ik denk erover om mijn kookblog nieuw leven in te blazen. Want nu is het echt koken uit de kast.

20200319_132333

Wildplukslaatje met vogelmuur, navelkruid, rucola, walnoten en goudsbloemblaadjes.