Als iemand mij vraagt hoeveel inwoners ons dorp telt, zeg ik meestal vijftien. Dat klopt niet altijd want we kennen hier net als overal demografische verschuivingen.
In de negen jaar dat ik hier woon heb ik in ons dorp twee huwelijken en een geboorte meegemaakt. En ook twee scheidingen. En ja, het waren dezelfde paren. Het eerste paar ging na vijf jaar uit elkaar. Het tweede na drie jaar. De mannen gingen weg uit het dorp, de vrouwen bleven.
De vrouw van het eerste paar kreeg algauw een nieuwe vriend en daarna een andere nieuwe vriend. De vrouw van het tweede paar kreeg ook een nieuwe vriend. De nieuwe mannen kwamen naar het jaarlijkse kersenfeest en het petanquetoernooi, en alles leek goed te gaan.
Maar vorig jaar kwam de man van het tweede paar terug in het dorp wonen met zijn nieuwe vriendin. Nu zijn ze uit elkaar. En de vriend van zijn vrouw is ook ergens anders gaan wonen zodat het oorspronkelijke paar nu als vrijgezellen in ons dorp wonen, op een steenworp van elkaar.
‘Zouden ze terug bij elkaar komen?’ vroeg ik aan de vrouw van het eerste paar.
‘Wie weet,’ zei ze, ‘het zou misschien geen slechte zaak zijn.’
‘Mais moi,’ zei ze, ‘je ne remets pas les couverts. Eens de tafel afgeruimd, dek ik de tafel niet opnieuw.’ Ik geloof haar.
