Wie denkt dat ik op mijn berg verstoken blijf van cultuur, vergist zich. Ik geef toe dat ik het overweldigende Antwerpse aanbod wel eens mis. Het aanbod mis ik, het overweldigende wat minder.
Hier in het dorp gebeurt ook al eens wat en als secretaresse van onze vereniging, ben ik al aan het nadenken over de programmering van 2015. Wat ik alvast ga voorstellen: een presentatie van het beroep van ‘éleveur’ door onze schapenhoudster of de koeienboer, een informatieavond over de jacht, een initiatie in de Catalaanse taal.
De mogelijkheden zijn beperkt, maar in Ille-sur-Têt, op ongeveer 15 km bochten van hier, heb ik een heus cultureel centrum ontdekt, geleid door de zeer dynamische Vlaamse Chantal. La Fabrica is gevestigd in een prachtig gerestaureerd gedeelte van de oude stadswallen, heeft een mooi theaterzaaltje en een gezellige ontvangstruimte. Er lopen verschillende ateliers voor kinderen en volwassenen. Helaas is het aanbod wat uitgedund als gevolg van besparingen, verlaagde subsidies en verminderde koopkracht.
Zo is het ‘atelier de chant’ tot mijn grote spijt afgeschaft en zit er nu niets anders op dan het ‘atelier de danse’ te volgen. Nooit gedacht dat ik daar nog zou mee beginnen. Maar het valt best mee, ik ben niet te stijf na een avondje springen en rekken.
La Fabrica organiseert bovendien regelmatig muziek- en theatervoorstellingen. Binnenkort is er zelfs een dîner spectacle. Een cabaret waarvan ik waarschijnlijk maar de helft zal verstaan. Maar ik ga er toch naartoe.
Tag: Catalaans
Extinction
Bij wijze van luisteroefening ben ik gisteravond nog eens naar de gemeenteraad geweest. Mijn Frans is intussen goed genoeg om mijn weg te vinden in de administratie, om boodschappen te doen, inlichtingen te vragen, telefoontjes te plegen, mails te sturen en een redelijk gesprek te voeren. Maar soms kost het moeite om alles te verstaan. Vooral als er snel gepraat wordt, met een sterk Catalaans accent en zeker als de toon wat plat wordt. Daarvoor moet je dus in het gemeentehuis zijn, waar de gemeenteraadsleden, vooral boeren en tuinders, onder leiding van onderwijzeres Céline, het dorp erop vooruit willen doen gaan.
Het punt dat gisteravond voor de heftigste discussie zorgde, stond niet eens op de agenda. Het viel onder ‘questions divers’. Het ging over de dorpsverlichting (zestien lantaarnpalen) die de hele nacht blijft branden. Er gaan stemmen op om de lampen te doven tussen 23.00u en 06.00u (of 24.00u en 05.00u). Een schriftelijke bevraging van de bevolking brengt de verdeeldheid daarover aan het licht:
11 stemmen voor de uitdoving
4 stemmen tegen
3 onbeantwoorde formulieren.
De discussie bracht de volgende uiteenlopende voorstellen op tafel:
1. Dit is een democratie, de meerderheid is voor de uitdoving, dus we doen dat gewoon.
2. Laten we het hele project van tafel vegen om verdeeldheid in het dorp te vermijden.
3. Laten we een compromis zoeken, bijvoorbeeld 2 of 3 lampen aanlaten en de rest uit.
4. Laten we een jaar testen.
Het was wonderlijk om te horen hoe mensen draaien en keren, hoe sommigen eerst voor en dan tegen waren en omgekeerd.
Tot mijn opluchting sloot de burgemeester de discussie af met de belofte dat ze een of meerdere compromisvoorstellen zou becijferen en dat de beslissing pas genomen zal worden na uitgebreide studie en overleg. Dat lijkt me in ieder geval beter dan een eenzijdige beslissing door de burgemeester, zoals dat in een naburig dorp gebeurde. Hij zet het dorp gewoon een jaar in het donker en daarna wordt er geëvalueerd.