De dienst toerisme van Ninove organiseert op 17 maart een themawandeling rond mijn roman Het huwelijk. Ik wandel mee en zal onderweg voorlezen en anekdotes vertellen die niet in het boek staan. En natuurlijk zal ik met plezier alle vragen beantwoorden.
Deelname is gratis maar je moet vooraf inschrijven via een formulier op de website van de dienst toerisme. Daar vind je ook alle details.
Alvast goed om weten:
De afstand tussen Ninove en Appelterre is ongeveer 7,5 km. Trek goede wandelschoenen aan en breng een flesje water en eventueel wat te knabbelen mee.
We spreken af om 13.30 u in het station van Appelterre en nemen daar de trein naar Ninove. Vandaar wandelen we terug naar Appelterre. Bij aankomst zijn we welkom in Hof Anghereel om na te praten bij een drankje.
Lezers ontmoeten is een fijne kant van het schrijverschap. Ik kijk er dan ook erg naar uit!
Sinds mijn vorige bericht, precies drie maanden geleden, heeft het drie keer geregend, waarvan één keer een hele nacht. Die ene keer heeft veel goedgemaakt, maar het blijft te weinig. Vooral omdat er zo goed als geen reserve is voor de komende zomer, die wellicht ook heet en droog zal zijn.
De dorpsbron geeft gelukkig nog water, maar het debiet is dramatisch verminderd. Elke maand klimt iemand van het dorp naar de kam om het debiet te meten en de filter te reinigen. Een jaar geleden duurde het 3 seconden om een beker van een halve liter te vullen, nu 20 seconden. Het water stroomt dus 7 keer trager uit de berg. Er is nog voldoende om alle huizen van water te voorzien, maar er is zo goed als geen overloop meer. Die overloop wordt normaal gebruikt om de moestuinen te bevloeien en de koeien en de schapen van drinkwater te voorzien.
Uit de dorpsfontein stroomt een dun straaltje water. Daarvan kan ik wat afnemen om de moestuin vochtig te houden. Maar ik bedek de grond met een dikke laag groenafval zodat de bodem minder snel uitdroogt en ik minder vaak moet gieten.
Als ik in de tuin sta, zie ik wel eens een auto bij de fontein stoppen. Mensen uit omliggende dorpen komen een paar bidons vullen. Ze komen meestal niet meer terug: de weg naar ons dorp is lang, smal en kronkelig en ze moeten veel geduld hebben, een bidon raakt maar langzaam vol. Ze komen wellicht uit Bouleternère of Corbère. Die dorpen haalden zelfs de Vlaamse pers omdat er geen drinkwater meer is.
Tijdens het Uur van de Aarde (Earth hour), op 25 maart deed ik samen met een aantal dichters het licht uit en schreef ik bij kaarslicht een gedicht. Ik beschrijf er mijn onrust in, mijn angst dat we het dorp zullen moeten verlaten, maar ik eindig met een sprankeltje hoop. En natuurlijk hoop ik dat het nooit zover zal komen, en geloof ik dat ook wel, als we allemaal samen voor de aarde zorgen.
Mijn gedicht is nu ook te lezen op de facebook pagina van Poets for the Planet (nadat het aanvankelijk door facebook geweigerd werd wegens het woord ‘naakte’).
Een campagne van de Turnhoutse bibliotheek, waar Hadjira Hussain Khan, beloftevolle dichter en journalist, mijn roman Colombe aanraadt. Dank je wel, Hadjira!
Een lezer signaleerde me dat sinds de sluiting van uitgeverij/boekhandel Kartonnen Dozen het boek nog moeilijk te verkrijgen is. Gelukkig heb ik zelf nog een voorraadje. Wie dat wil, kan het boek rechtstreeks bij mij bestellen. Stuur een mailtje naar christinevandenhoveapestaartgmailpuntcom.
In oktober heb ik een kleine ‘tour’ gemaakt in de Denderstreek. Ik gaf een boekvoorstelling in Appelterre voor mijn familie die daar in de streek woont, een boekvoorstelling in de bibliotheek van Ninove, en een derde presentatie in de kunstacademie van Geraardsbergen. Tussendoor gaf ik een lezing aan een 50+ schrijfgroep in dezelfde kunstacademie en een tweede lezing aan een groep jonge (15 jaar!) schrijvers.
Ik heb van elke voorstelling en elke workshop erg genoten. Ik had alles zo goed mogelijk van op afstand voorbereid en ik kreeg hulp van oude en nieuwe vrienden, soms uit onverwachte hoek, zodat alles op rolletjes liep.
Mijn boek Het huwelijk blijkt een specifieke groep lezers aan te spreken: mensen uit de streek rond Ninove, die de tweede helft van de twintigste eeuw meemaakten. En daarrond een cirkel van mensen die houden van een herkenbaar verhaal over wat mensen uniek en fragiel maakt.
Toch heb ik me wel eens afgevraagd of dit de manier is waarop ik mijn boek naar de lezer wil brengen. Of dat wel mijn taak is. In die zes weken voorbereiding en uitvoering had ik soms liever tijd gehad om te schrijven.
Maar nu ik erop terugkijk denk ik: ja, het was het waard. Ik heb zoveel fijne mensen ontmoet. Er werden herinneringen opgehaald die nog meer herinneringen naar boven haalden. Ik hoorde oprechte lovende woorden over mijn boek. Ik voelde me verbonden met de lezers. En uiteindelijk is het mij daarom te doen.
Het stemmige zaaltje in het heerlijke Hof Anghereel.
Vooraf een wandeling met mijn lieve assistentes. Achter ons de Wildermolen die ook in het boek voorkomt.
Het zaaltje vol lieve familieleden.
En ik aan het uitleggen.
Presentatie in de bibliotheek van Ninove.
Voorstelling in de gezellige theaterzaal van de kunstacademie Geraardsbergen.
Foto’s: Dank aan Wim Verzelen (Appelterre), Annika Cannaerts (Ninove) en Lut Verstappen (Geraardsbergen).
Tijdens de pandemie voelde ik me vooral machteloos en moedeloos, maar de nieuwe hindernissen, die maar op ons af blijven komen, lijken op een of andere manier mijn strijdvaardigheid aan te wakkeren.
Het begon met de calamiteiten die mijn moestuin tegen de vlakte sloegen. Het was juist die tegenslag die me opeens energie gaf om aan de slag te gaan.
Op dezelfde manier probeer ik nu naar de nieuwe uitdagingen te kijken. Er staat een winter voor de deur die niet comfortabeler zal zijn dan de vorige. Dat was nochtans het plan: ik zou een of twee nieuwe verwarmingstoestellen aankopen en een aangename en stabielere temperatuur in huis hebben. Maar mijn budget voor dit jaar is op onverklaarbare wijze geslonken, de energie- en andere prijzen zijn hier ook aan het stijgen, en toestellen aankopen en meer elektriciteit verbruiken is voorlopig niet aan de orde.
De oplossing waarop ik broed is: veel meer buiten spelen dan ik doorgaans in de winter doe. En wat kan ik zoal buiten doen? Wandelen, joggen, sprokkelen, de moestuin onderhouden, de wadi afwerken, het kerkhof verder opknappen, het dorp netjes houden enz. Ik hoef er niet lang over na te denken, er is genoeg te doen.
Het nieuwe is: mijn dag anders indelen:
Een beetje langer in bed blijven.
Na het opstaan meteen naar buiten gaan en een ochtendwandeling of -loopje doen.
Als ik dan goed opgewarmd ben nog even in de tuin gaan rommelen.
Vaste werkuren: twee tijdspannes per dag
Tussendoor naar buiten gaan
Avondwandeling en sprokkelen
Lezen in bed (met een warme kruik erbij)
Anders is: meer tijd buitenshuis doorbrengen, maar ook: de (computer-)werktijd afbakenen en binnen die tijd beter focussen en dus sneller klaar zijn met de geplande taken.
Als dat lukt, zal ik minder elektriciteit en brandhout verbruiken en toch geen kou hebben. En ik kan nog een paar voordelen bedenken: de moestuin zal floreren en mijn conditie zal er wel bij varen.
Misschien lijkt dit makkelijk praten, ik woon immers in een omgeving die uitnodigt om naar buiten te gaan. Hoe zou ik het doen als ik in de stad zou wonen? Ik denk dat ik meer zou wandelen en fietsen en ik zou stiekem een stukje grond in een park of op een kerkhof adopteren en dat netjes houden en er misschien wel iets planten, of er in ieder geval de natuur gaan observeren met PlantNet en BirdNet.
Is dat een naïeve gedachte? Op welke manier zouden jullie deze winter wat meer gaan buitenspelen?
Haar bespreking maakt me blij. Ze vat het verhaal heel goed samen, haalt precies naar voren wat ik wilde benadrukken: de onmacht en het verdriet van Justine, de zorg van Gaspard. En ze vraagt zich af of Gaspard omwille van de (klein)kinderen in het gezin gebleven is. Haar vraag overrompelt me. Want ja, wellicht bleef hij niet alleen voor Adèle, maar ook voor de kleinkinderen. Voor ons dus. En wellicht waren er nog andere redenen.
Dat het een klein boekje geworden is, vindt ze niet erg:
“… en toch heb ik aan het einde het gevoel dat ik een flink verhaal heb gelezen.”
Haar besluit ontroert me:
“Christine Van den Hove heeft zich hiermee toegevoegd aan het selecte groepje schrijvers waar ik alles van wil lezen.”
“C’est le temps que tu as perdu pour ta rose qui fait ta rose si importante.” Antoine de Saint-Exupéry – Le petit prince
Al bijna tien jaar woon ik in Can Xatard, een huisje in een dorp op een berg. Ik kwam naar hier om in alle rust te kunnen schrijven. Kort na mijn verhuis, in 2012, begon ik aan een roman over twee mensen, die in 1927 met de beste bedoelingen met elkaar trouwen, maar er algauw achter komen dat ze het moeilijk met elkaar kunnen vinden. De eerste versie van het gefictionaliseerde verhaal van mijn grootouders beëindigde ik in 2014.
Nog onervaren stuurde ik het manuscript naar een viertal uitgevers. Ik kreeg drie standaard afwijzingen, en van één uitgeverij een mooi leesrapport. Maar die uitgever, die me liet weten gecharmeerd te zijn door mijn taal, vond uiteindelijk de verhaallijn niet uitzonderlijk genoeg. Op aanraden van mijn zus Elisabeth, ook schrijfster, borg ik het manuscript op en schreef ik een nieuwe, fictieve roman met nu wèl een uitzonderlijke verhaallijn: Colombe. Mijn debuut verscheen op 22 november 2019 bij uitgeverij Kartonnen Dozen in Antwerpen.
Vandaag, iets meer dan twee jaar na mijn debuut, mag ik jullie mijn nieuwe boek voorstellen. Het huwelijk, het verhaal waaraan ik tien jaar geleden begon, verschijnt vele versies later, op 19 januari 2022 bij de Wereldbibliotheek.
Het huwelijk is nog steeds geen ‘uitzonderlijk’ verhaal. Het is een kleine roman over gewone mensen die verlangen naar een comfortabel bestaan, maar die binnen het huwelijk, het instituut dat in de twintigste eeuw de norm is, niet om hun individuele behoeften en verlangens heen kunnen.
Tegelijk met het boek, stel ik jullie mijn nieuwe website voor, waarop je fragmenten van Het huwelijk en ook van mijn debuut Colombe kan lezen en beluisteren.
Grote dank aan Koen van Gulik, uitgever, die mij en mijn boek alle vertrouwen gaf, en aan Tom Vanlaere, inventieve webdesigner, die me met kennis van zaken en veel geduld het beheer van de website leerde.
En dank aan iedereen die me op deze lange weg aanmoedigde en hielp.