Komkommertijd

In mijn tuin, wegens de droogte, geen komkommers, maar de groenteboer in het dal kan ze aan de straatstenen niet kwijt. Het is dus echt wel komkommertijd en het is hier stil. Een paar dorpsgenoten zijn op reis en de weinigen die overblijven wachten gelaten op regen. Het rommelt in de verte maar het ziet ernaar uit dat de bui ons dorp weer zal overslaan.

In huis is het ook stil, want hier wordt hard geschreven aan een nieuw verhaal.

En toch kwam er dit weekend een nieuwtje. Mijn zus, inmiddels 65, liep haar tiende marathon, de ‘marathon for all’ in Parijs.

Ze liep hem uit in 4.51 u. Ik ben een en al bewondering en ik post trots een fotootje van haar.

Parijs, zaterdagnacht om 3.40 u.

Stemmen in een klein Frans dorp

Twee weken geleden kreeg ik als Belg in het buitenland een kiesbrief voor de federale en regionale verkiezingen toegestuurd. Ik heb een rood potlood gevonden, mijn plicht vervuld en de brief verstuurd.

Voor Europa kon ik hier in het dorp stemmen. Er was nog een administratief akkefietje, ik stond niet op een van de lijsten, maar dat werd na het nodige heen en weer bellen manueel opgelost. Ik ben ook een paar uur gaan “zitten” in het gemeentehuis.

In ons dorp zijn meer kiesgerechtigden dan inwoners. Dat komt omdat ook eigenaars van gronden hier mogen komen stemmen. In sommige families worden gronden aan de kinderen toegewezen opdat ze in het dorp van hun ouders zouden gaan stemmen. Van de drieëntwintig kiesgerechtigden zijn er negentien komen opdagen. Voor een land waar geen stemplicht is, lijkt me dat een heel hoge opkomst.

Er waren achtendertig kandidaten en die worden vertegenwoordigd door een stapeltje pamfletachtige kiesbrieven. De stapeltjes worden op een lange tafel klaargelegd en de kiezer neemt een paar briefjes mee in het stemhokje. Daar maakt hij zijn definitieve keuze en stopt hij één brief in een kleine bruine envelop. De envelop wordt in een doorzichtig doos gedeponeerd en daarbij wordt door de voorzitter van dienst luid en duidelijk gezegd: à voté.

Het gemeentehuis blijft de hele dag open en elke twee uur wisselt de wacht. Om zes uur ’s avonds worden de stemmen geteld. Dat heet le dépouillement.

Om kwart over zes wist ik al hoe de resultaten van de Europese verkiezingen er ongeveer zouden uitzien. Dat is al elke keer zo geweest. Dit dorp is echt de wereld in het klein.

Jeux de société

Als er iets is waar ik me niet meteen toe aangetrokken voel dan zijn het wel gezelschapsspelen. Ik weet niet goed waarom, want eens ik tot een spel verleid ben, vind ik het juist wel spannend en gezellig. Maar op een of andere manier voel ik weerstand om me in een situatie te plaatsen waar ik niet na een tijdje zonder flauwe excuses en gezichtsverlies kan opstappen.

Ik reageerde dan ook niet wild enthousiast toen iemand van het feestcomité voorstelde om een spelletjesavond te organiseren. Ik beloofde wel mijn volle medewerking, als ik maar niet hoefde mee te spelen. Wiezen in het Frans zag ik niet zitten, het was veel te lang geleden en ik ben er nooit echt goed in geweest.

De organisator stelde daarop een reeks spelletjes voor die niemand kende en die vrij eenvoudig zouden zijn en ik zwichtte.

We mochten ook zelf een spel meebrengen en ik leerde een paar van mijn dorpsgenoten een geheugenspel waarbij je moeten onthouden welke verschillende sardienen er in een blikje zitten. De spelers krijgen elk vijf kaarten met aangeklede sardienen en moeten die proberen kwijt te raken door zich te herinneren of hun kaarten in het blikje zitten. Het klinkt waarschijnlijk erg simpel en dat is het ook, maar het korte termijngeheugen blijkt een uitdaging voor alle leeftijden.

Vervolgens leerde ik 1000 bornes waarmee je moet proberen om zo snel mogelijk kilometerkaarten te verzamelen tot je er precies duizend hebt. Je kunt daarbij pech hebben of door anderen geboycot worden. Je legt de afstand met de auto af, maar ik ontdek net dat er een Nederlandse fietsvariant bestaat.

En dan gingen we Punto spelen. Ook al zo simpel, maar evengoed verslavend. En net als bij de sardienen is het taalonafhankelijk. Elke speler krijgt een reeks kaarten met aantallen gekleurde bollen van 1 tot 9. Binnen een paar eenvoudige beperkingen moet je een rij van vier (niet eens opeenvolgende) kaarten van dezelfde kleur leggen. We hebben gespeeld tot iedereen een keertje gewonnen had.

Omdat ik zwaar verkouden was, bleef ik maar tot de pauze. Daarna werd er nog flink doorgespeeld want na middernacht vond iemand (en ik weet wie) het nodig om het einde van de spelavond in te luiden door aan het klokkentouw van de kerk, vlakbij mijn slaapkamerraam, te gaan hangen. Ik kon ermee lachen, want ook al kon ik maar één helft meespelen, de avond was geslaagd. Ik hoop zelfs dat we het vaker gaan doen, want het brengt ons samen.

Intussen in het dorp II

Sinds de garage-opruim beweegt er weer wat in het dorp.
In februari hadden we met enkele weken vertraging ‘La galette’, dat is een soort nieuwjaarsdrink met de gekende driekoningentaart met boon erin. Tien jaar geleden werd dat nog vrij traditioneel gevierd met cider en met een kind onder tafel dat de stukken taart moest toewijzen, maar bij gebrek aan kind, en aan cider (wegens de late datum, niet meer in de winkels), was de sfeer wat minder uitbundig dan toen. Gelukkig had er wel iemand aan gedacht om in februari driekoningentaarten aan te kopen, in te vriezen en te laten ontdooien.

Diezelfde dag hielden we ook de algemene vergadering van onze dorpsvereniging. Die had drie jaar stil gelegen en het bestuur moest herkozen worden.

Een paar dagen later hield onze burgemeester een calçotada. Dat is een Catalaans gebruik, dat overgewaaid is vanuit Spaans Catalonië en nu ook aan de Franse kant heel populair wordt. Calçots zijn prei-achtige uien die als eerste groente van het jaar geoogst worden en daarom traditioneel samen gegeten worden. Ze worden gegrild op een open vuur tot ze zwartgeblakerd zijn. Daarna moeten ze nog wat nagaren in een pak kranten of tussen twee dakpannen. Als ze klaar zijn gaat het gezelschap rond een tafel staan en dan is het de kunst om het hart van de groenten uit het zwartgeblakerde omhulsel te krijgen. Daar bestaat een trucje voor: je houdt met één hand de wortelkant vast en met de andere trek je aan de toppen van de buitenste bladeren. Wat je dan overhoudt lijkt een beetje op een gare asperge die je dan omhoog houdt en in je mond laat glijden. Op de tafel staat ook een kom romanescosaus, gemaakt van gemalen amandelen, rode paprika, tomaten en veel knoflook, waarin je de calçot kan dopen. Het is een beetje een smerige bedoening, je handen zitten onder het zwart, het sap van de calçots loopt langs je kin en je morst gegarandeerd saus op je trui of je jas, maar die uien zijn overheerlijk en er wordt wat afgelachen. Van mij mag dit feest een traditie worden.

Het herkozen bestuur van de dorpsvereniging is intussen samengekomen en we hebben min of meer een agenda voor dit jaar. Na de dorpsgarage gaan we nu ook de feestzaal aanpakken: alle rommel eruit en opnieuw inrichten. Zo zijn er nog een aantal klussen te bedenken, maar we willen toch vooral weer gaan feesten. Er komt opnieuw een kersenfeest, een openlucht filmvoorstelling en een of twee zomeravondconcerten.

Het belangrijkste is dat we elkaar weer wat vaker zien en we wat dingen samen doen en hopelijk komt er op die manier opnieuw weer wat gemeenschapszin. Wordt vervolgd.

PS Het heeft in maart eindelijk wat geregend. Veel te weinig om de schade te herstellen, maar het is een begin.

Wandelen van Ninove naar Appelterre

Af en toe wat regendruppels en een modderig parcours. Maar niemand klaagde. Integendeel, niets dan fijne reacties, oprechte belangstelling, vooraf bedachte vragen. Hier en daar een stukje voorgelezen en geëindigd met een gedicht. En nog lang nagepraat in het heerlijke hof Anghereel.

Hieronder een sfeerbeeld. Meer foto’s op de website van Toerisme Ninove.

Justine-en-Gaspardwandeling

De dienst toerisme van Ninove organiseert op 17 maart een themawandeling rond mijn roman Het huwelijk. Ik wandel mee en zal onderweg voorlezen en anekdotes vertellen die niet in het boek staan. En natuurlijk zal ik met plezier alle vragen beantwoorden.

Deelname is gratis maar je moet vooraf inschrijven via een formulier op de website van de dienst toerisme. Daar vind je ook alle details.

Alvast goed om weten:

De afstand tussen Ninove en Appelterre is ongeveer 7,5 km. Trek goede wandelschoenen aan en breng een flesje water en eventueel wat te knabbelen mee.

We spreken af om 13.30 u in het station van Appelterre en nemen daar de trein naar Ninove. Vandaar wandelen we terug naar Appelterre. Bij aankomst zijn we welkom in Hof Anghereel om na te praten bij een drankje.

Lezers ontmoeten is een fijne kant van het schrijverschap. Ik kijk er dan ook erg naar uit!

Intussen in het dorp…

Toen ik hier twaalf jaar geleden aankwam waren we met een twintigtal inwoners, tegenwoordig zijn we met ongeveer vijftien. Ik weet het niet precies, omdat ik van sommige mensen niet zeker weet of ze officieel in ons dorp wonen. Maar officieel of niet, ik tel vijftien mensen in negen woningen. De bevolking in ons dorp is met een vierde afgenomen en ik denk niet dat ze de komende jaren zal toenemen. We kennen intussen al mensen van buiten het dorp die naar de Ariège (midden Pyreneeën) verhuizen omdat de droogte hier in de streek problematisch is. Ik vraag me af hoelang de boer en de boerin het houden van koeien en schapen, met te weinig water in de riviertjes om de dieren te drinken te geven, het zullen volhouden.

We blijven hopen dat het tij zal keren, maar tegelijk beginnen we te denken aan hoe het verder moet als het de komende jaren zo droog blijft. De burgemeester stuurde onlangs een artikel rond met een paar ideeën voor alternatieve plantengroei. Dadels en citrusvruchten zoals in het Spaanse Alicante zouden een mogelijkheid zijn, maar ik kan het me eerlijk gezegd niet goed voorstellen.

Verhuizen is voor mij voorlopig niet aan de orde. Net voor de droogte had ik immers besloten dat ik hier zo lang mogelijk wilde blijven wonen en was ik begonnen met een renovatieplan met het oog op wat meer comfort in mijn zeshonderd jaar oude huisje. Er zijn nieuwe ramen besteld en er komt een extra kamer aan de onderkant van het huis waar vroeger de stal was. Nu verkopen zou alleen met een flink deel verlies kunnen.

Er zit dus niets anders op dan te blijven nadenken over hoe het verder moet. Voorlopig komt er nog water uit de dorpsbron, al is het debiet al flink gedaald. Iedereen heeft reservoirs naast het huis staan voor het geval het toch een keertje zou regenen en verder zijn we allemaal erg zuinig met water.

Concrete oplossingen vind ik niet meteen, maar ik heb wel bedacht dat we in het dorp misschien wat nauwer moeten gaan samenwerken. De afgelopen jaren is het dorpsweefsel immers wat gaan uitrafelen. Hoog tijd dat we de draden weer wat gaan aanspannen.

Zelf heb ik me voorgenomen om me wat socialer te gaan gedragen. Zo ben ik gisteren een oude dame die onlangs een beroerte heeft gehad gaan bezoeken en stuurde ik vandaag een berichtje naar een buurman die zijn sleutelbeen bij het skiën heeft gebroken. Van mijn kant probeer ik flexibeler te zijn en uitnodigingen, en aanbiedingen voor hulp, wat gemakkelijker te aanvaarden. Het klinkt vanzelfsprekend maar het is het niet. Alleen leven en me zo goed mogelijk zelf redden is langzaam maar zeker verslavend. Maar het is niet ideaal. We hebben elkaar wel degelijk nodig.

Voor mezelf heb ik een lijstje gemaakt met dingen die ik graag in het dorp veranderd zou zien, dingen die we samen zullen moeten aanpakken. Ik heb het nog niet officieel voorgelegd, maar toen ik er onlangs één punt van aanhaalde, sprong een buurman er meteen op. Kort daarna stuurde hij een oproep rond en twee weken later stonden we met een paar mensen bij de poort van de dorpsgarage die een ondoorwaadbaar rommelhok was geworden. In één dag hebben we alles eruit gesleept, wat onbruikbaar was naar het containerpark gebracht en wat nog van nut zou kunnen zijn geordend teruggeplaatst.

We hebben nu een nette, ruime werkplaats, waar we ons tuingerei kunnen onderbrengen, zodat we dat ook kunnen uitwisselen. Zo had ik als enige in het dorp een hakselaar die nu door iedereen gebruikt kan worden. Een buurvrouw heeft er haar bladerenblazer en haar grasmaaier geplaatst. Er staan twee stevige tafels waarop we zelf kunnen gaan bricoleren en er ligt wat materiaal dat in elk huis wel eens van pas komt.

We moeten nog wat wennen aan de nieuwe gemeenschappelijke ruimte en het uitwissel-idee, maar ik denk dat het een begin kan zijn van wat meer samenhang en gemeenschapszin. En wellicht komen we samen gemakkelijker tot ideeën over hoe we de komende jaren met de droogte moeten leren leven.

Een nieuw jaar in het zuiden

In het vorige jaar heb ik niet eens tien berichten gepost. Dat wil wat zeggen. Het was een moeilijk jaar op alle vlakken. De meeste berichten gingen over de aanhoudende droogte. Die is er nog steeds. De hoop dat het gewoon een ‘uitzonderlijk’ droog jaar was begint wat af te zwakken. De eerste helft van januari was droog en voor de komende twee weken wordt geen druppel regen voorspeld. Dat het in het noorden uitzonderlijk nat was, maakte het alleen maar erger. Ik vond het erg voor mijn vrienden en familie in België en Nederland en kon nauwelijks genieten van de stralende dagen hier.

In het voorjaar postte ik behalve over de droogte ook een paar berichten over de literaire wandelingen rond mijn boek Het huwelijk. Dat was een periode waar ik graag op terugkijk. En het goede nieuws is dat er dit jaar opnieuw minstens één wandeling op het programma staat, een treinstapper van Ninove naar Appelterre, georganiseerd door de toeristische dienst van de stad Ninove. Ook deze wandeling werd ontworpen door Chantal en Bart van Hof Anghereel in Appelterre. Binnenkort meer nieuws hierover, maar hier is alvast de datum: zondag 17 maart. Ik zal er bij zijn om voor te lezen, te vertellen en vragen te beantwoorden.

De stiltes tussen de weinige berichten door hadden te maken met gebeurtenissen in mijn vrienden- en familiekring die me erg hebben aangegrepen. Daar bovenop kwam dan nog eens het slechte nieuws op wereldniveau. Als gevolg van dat alles raakte ik min of meer wat geblokkeerd met het schrijven. Gelukkig kon ik me af en toe toch wat focussen op het dichten.

Ik keek op een bijna kinderlijke manier uit naar het nieuwe jaar want dat zou me verlossen van het oude rotjaar. Helaas blijven de oorlogen en de droogte duren. De droogte zorgt zelfs voor een beetje wrijving in ons dorp. Mensen zoeken soms naar drastische oplossingen die dan weer voor andere problemen zorgen. We staan voor uitdagingen.

Ondanks alles heb ik toch een lijstje gemaakt van wat goed ging in 2023. Ik raad iedereen aan om hetzelfde te doen, het ‘geeft de burger moed’. Bij mij staan nieuwe en oude vriendschappen bovenaan.

Op 2 januari van dit nieuwe, spannende jaar, heb ik mijn schrijfroutines weer opgenomen. Tot vandaag gaat het goed. Ik neem me dan ook voor om weer wat vaker een bericht te posten. Ik wens ons allen veerkracht en vriendschap in 2024.

Christine

In het midden ons door droogte geteisterde dorpje. Op de achtergrond de slechts licht besneeuwde Canigou.

Regen

Sinds het vorige bericht heeft een paar keer geregend. Nooit lang. Net genoeg om de plantengroei wat op te doen veren. Opeens gingen alle veldbloemen bloeien, alsof ze zich moesten haasten.

Vorige zaterdag werd in ons kerkje uitzonderlijk een mis gevierd. Er zijn maar een paar gelovigen in het dorp, maar de ongelovigen poetsen met plezier voor de gelegenheid de kerk. We hebben ook een mooi boeket gemaakt, al was het zoeken, want de bloemen waren al verflenst.

De misgangers baden om regen. De boerin ging nog een stapje verder. Zij droeg de volgende dag in een processie in Vinça, samen met drie andere landbouwsters, de heilige Gauderic op haar schouders.

Sint Gauderic is de patroonheilige van de wijnbouwers. Zijn voorspraak wordt ingeroepen bij aanhoudende regenval, nu dus bij droogte. Na de processie regende het een beetje.

Droogte 2

Sinds mijn vorige bericht, precies drie maanden geleden, heeft het drie keer geregend, waarvan één keer een hele nacht. Die ene keer heeft veel goedgemaakt, maar het blijft te weinig. Vooral omdat er zo goed als geen reserve is voor de komende zomer, die wellicht ook heet en droog zal zijn.

De dorpsbron geeft gelukkig nog water, maar het debiet is dramatisch verminderd. Elke maand klimt iemand van het dorp naar de kam om het debiet te meten en de filter te reinigen. Een jaar geleden duurde het 3 seconden om een beker van een halve liter te vullen, nu 20 seconden. Het water stroomt dus 7 keer trager uit de berg. Er is nog voldoende om alle huizen van water te voorzien, maar er is zo goed als geen overloop meer. Die overloop wordt normaal gebruikt om de moestuinen te bevloeien en de koeien en de schapen van drinkwater te voorzien.

Uit de dorpsfontein stroomt een dun straaltje water. Daarvan kan ik wat afnemen om de moestuin vochtig te houden. Maar ik bedek de grond met een dikke laag groenafval zodat de bodem minder snel uitdroogt en ik minder vaak moet gieten.

Als ik in de tuin sta, zie ik wel eens een auto bij de fontein stoppen. Mensen uit omliggende dorpen komen een paar bidons vullen. Ze komen meestal niet meer terug: de weg naar ons dorp is lang, smal en kronkelig en ze moeten veel geduld hebben, een bidon raakt maar langzaam vol. Ze komen wellicht uit Bouleternère of Corbère. Die dorpen haalden zelfs de Vlaamse pers omdat er geen drinkwater meer is.

Tijdens het Uur van de Aarde (Earth hour), op 25 maart deed ik samen met een aantal dichters het licht uit en schreef ik bij kaarslicht een gedicht. Ik beschrijf er mijn onrust in, mijn angst dat we het dorp zullen moeten verlaten, maar ik eindig met een sprankeltje hoop. En natuurlijk hoop ik dat het nooit zover zal komen, en geloof ik dat ook wel, als we allemaal samen voor de aarde zorgen.

Mijn gedicht is nu ook te lezen op de facebook pagina van Poets for the Planet (nadat het aanvankelijk door facebook geweigerd werd wegens het woord ‘naakte’).

de dorpsfontein