Het tweede voorwerp van onze inventaris is dit wijwatervat. Het is uitgehouwen in roze marmer, waarschijnlijk afkomstig van een steengroeve in de Conflent : Villefranche, Serdinya, of Fuilla.
De inscriptie bestaat uit een naam en een datum. De naam ‘IOAN CROSOLA’ wordt voorafgegaan door MESTRA. Waarschijnlijk gaat het hier over ‘meester Ioan Crosola’, een steenhouwer, die de kerk in 1699 opgesmukt heeft met roze marmer en op die manier zijn handtekening heeft achtergelaten.
Waarschijnlijk, want zoals ik al verwacht had, roept het bestuderen van dit soort details meer vragen dan antwoorden op.
Zo eindigt MESTRA op een A. Dit zou op een vrouwelijke vorm van het Catalaanse woord MESTRE kunnen wijzen. Zouden we hier met een vrouwelijke entrepreneur te maken hebben? Maar de naam IOAN is dan toch weer een mannelijke voornaam. Geen typisch Catalaanse naam, maar een naam die voorkomt in Rusland, Roemenië en Wales.
Over CROSOLA vind ik helemaal niets.
Wie was Ioan Crosola? Was hij een man of een vrouw, of allebei? Het lijkt logisch om ervanuit te gaan dat het een man was en dat de A een spelfout was. Misschien werd de E op het einde van MESTRE min of meer als een A uitgesproken. Maar toch prikkelt deze eigenaardigheid mijn verbeelding. Wie was Ioan Crosola? Waar kwam hij of zij vandaan? En hoe ging het eraan toe, op de rand van de zeventiende eeuw, in deze streek, in dit dorp? In 1709 zouden er 37 haarden (foyers) geteld zijn. Mogelijk woonden hier een tweehonderdtal mensen. Dat is tien keer zoveel als vandaag.
(Met dank aan mijn zus Elisabeth, die me op weg heeft geholpen met de naam.)