We zouden een dag of twee naar Spanje gaan, mijn zus en ik. Dat hadden we al een hele tijd geleden afgesproken. Ze is onderweg van Michigan naar India en maakt een tussenstop in Frankrijk. We zouden naar Vic rijden en overnachten in het leuke stationshotel daar. ’s Avonds zouden we tapas en fideuà of paella gaan eten en de volgende dag zouden we in het oude centrum op verkenning gaan. Het had ook Puigcerda kunnen zijn, met Le Train Jaune door de Pyreneeën of met de bus van 1 euro tot de grens. O wat hadden we daar allebei zin in.
Maar ergens tussen Perpignan en Vinça, op weg naar eerst een nachtje Glorianes, begaf de embrayage het. Gelukkig waren we niet al te ver van de garage. We werden opgehaald door mijnheer Chapelle die mijn Fiatje in een wip op zijn supersonische dépanneuse takelde. Wij mochten binnen zitten en konden meekijken op een schermpje.
‘Dat is nog eens gerief,’ zei ik tegen die vriendelijke mijnheer. Met een garagist kun je maar beter goed staan.
‘Oui, c’est mon dernier jouet,’ antwoordde hij geflatteerd. Ik vroeg me af wat voor speelgoed hij nog in zijn garage had.
Toen mijn autootje in de werkplaats op de brug stond, werd meteen duidelijk dat we niet naar Spanje konden, zelfs niet naar Glorianes. De verzekeringsmaatschappij was zo vriendelijk om een taxi te sturen die ons de berg op bracht.
En hier zitten we nu, op de berg, zonder auto. Met maar de helft van de boodschappen die ik nog wou doen. We zullen zuinig moeten zijn met boter, koffie en wijn.
Gelukkig hebben we boeken, schriften en pennen, en het internet. Dat is ons speelgoed.
Dat is pech. De koppelingsplaten moeten waarschijnlijk vernieuwd worden? Dat is een dure reparatie, want de motor moet er dan uit. Sterkte.
LikeLike
Dankje, ik hoop toch maar dat het meevalt. Maandag weet ik meer.
LikeLike