Voor zover ik heb kunnen waarnemen, is er maar één familie in Glorianes die gelovig is. Ze gaan in ieder geval regelmatig naar de kerk zeggen ze.
Tijdens gesprekken met de andere dorpsgenoten over dit soort dingen, verklaren de meesten zich pure atheïsten.
De kerk van Glorianes is de afgelopen jaren in onbruik geraakt. Er wordt maar een keer per jaar, de eerste zondag van augustus, een mis gelezen. Die ene gelovige familie moet ’s zondags dus ergens anders naar de kerk.
Maar omdat het een mooi gebouw is, hebben wij, de bestuursleden van de dorpsvereniging, de kerk al twee keer voor iets anders ingenomen: een vertelnamiddag en een theatervoorstelling. Bij elk van die gelegenheden zat de kerk bomvol.
De gelovige familie had hier blijkbaar geen bezwaar tegen. Toch kwam er kritiek op het gebruik van de kerk voor niet-religieuze doeleinden. En wel van twee families die niet in het dorp wonen, maar hier een buitenhuis hebben. Samen met nog een paar mensen uit een naburig dorp verzorgen zij die ene jaarlijkse eredienst. En blijkbaar maken ze zich zorgen over het gebrek aan religiositeit in het dorp.
Want uit die hoek kwam gisteren een uitnodiging tot het bijwonen van de zegening van de graven op het kerkhof door een van de vrome familievaders. Het is bij mijn weten de eerste keer dat dit gebeurt sinds ik hier woon.
De zegening zou deze morgen om negen uur plaatsvinden en voor de gelegenheid heb ik om acht uur nog gauw de blaadjes op het kerkhofpad weggeveegd. Naar de zegening ben ik niet gegaan. Ik ben wel even om de hoek gaan gluren. Om negen uur stond er welgeteld één auto bij het kerkhof. Om tien over negen reed hij weg. Het was lichtjes beginnen regenen. Misschien lag het daaraan.
Wat ik zoal vind tussen de blaadjes.