Ongeveer twintig jaar geleden verhuisden mijn ouders om praktische redenen van hun afgelegen mas in Montauriol naar het dorpje Fourques. Ik begreep dat het nodig was, maar ik was teleurgesteld in hun keuze. Ik vond Fourques het lelijkste en saaiste dorp in de streek. Er leek nooit wat te gebeuren. Het enige obscure café dat er was, werd na een jaar gesloten. Er was een slager, een bakker en een farmacie en daar hield het ongeveer op.
Drie jaar geleden verbleef ik een paar maanden bij mijn ouders, maar omdat ik weinig buiten kwam, leek het dorp mij nog altijd even dood. Alleen van de verplegers die dagelijks over de vloer kwamen om mijn vader te verzorgen, hoorde ik over plannen om wandelwegen aan te leggen rond het dorp.
Intussen zijn de wandelwegen een feit. Ze zijn goed onderhouden en bewegwijzerd. Hier en daar staan platen met historische of natuurkundige informatie. Er werden folders gedrukt met plannetjes en uitleg. En één keer per jaar worden ze massaal bewandeld tijdens een zogenaamde caminade.
Zondag waren we met 450 deelnemers. Tijdens de eerste kilometers merkte ik daar niets van. We liepen in kleine groepjes tussen de stille wijngaarden. Alleen de krekels sjirpten. De zon warmde de dag ongenadig op. Er waren twee stopplaatsen waar we wijn of –gelukkig ook- vruchtensap konden proeven en hapjes kregen. Op de derde stopplaats kregen we een aperitiefje met weer andere hapjes. Daar zagen we pas met hoeveel we waren. Het laatste stukje weg leidde naar een plek in de droogstaande rivier waar lange tafels stonden en waar we voor onze luttele bijdrage van twaalf euro een heel menu voorgeschoteld kregen.
Het eten was sober maar lekker: groenten, fruit, vlees, alles van eigen bodem. Maar wat ik me nog het meest zal herinneren was de ambiance. Het vrolijke geroezemoes, het onhandig schuiven met de stoelen in de zachte rivierbodem, de schaduw van de omringende bomen, het hoempapa-orkestje, de soms ontroerende melodietjes, het meezingen met schlagers, het trotse applaus als er een Sardane werd gespeeld. De vrolijke, ontspannen gezichten, de grapjassen en de lachers.
Ik zat erbij en ik keek ernaar. In de zinderende warmte en geholpen door een glas frisse rosé liet ik me loom door de zondag glijden. Ik kon het niet laten om af en toe aan het slechte wereldnieuws te denken, maar ik trok me op aan de prettige en hoopvolle gedachte dat een handvol vrijwilligers dit dorp weer tot leven hebben gebracht.
Oh Christine, een schilderijtje !
LikeLike
Zalig… ik herinner me toch ook een mooie fietstocht rond het dorp, met bezoek aan dat oude klooster en de lokale kunstenares 🙂
LikeLike