Vanmorgen zag ik aan de rand van het bos een vos. Hij richtte zich op van het bed van eikenbladeren waarop hij blijkbaar had geslapen. Hij keek even verdwaasd in mijn richting, schoot recht en liep weg. Ik nam de moeite niet om naar mijn foto-apparaat te tasten, maar gaf mijn ogen de kost. Het was een mooi, groot dier, met een dikke rossige pels met bruine en grijzen plukken.
Een minuut later komt mijn buurman met zijn jeep aangereden. Nog onder de indruk vertel ik hem dat ik een vos heb gezien. Ik beschrijf het dier en vraag of hij denkt dat het een vos was, want helemaal zeker ben ik niet. Hij was groter dan ik mij een vos voorstel. En dan dat lange haar.
“Peut-être un renard hippie”, zegt hij.
Ik antwoord dat ik niets van die soorten ken.
“Hippie”, herhaalt hij nog eens.
Haja, grapje, ik snap het. Ik lach groen.
Ik zie hem denken, maar ik denk dat ik het ben die denkt dat hij iets denkt over mij. Zo ontstaan dus vooroordelen en misverstanden.