De meeste dorpelingen doden alles wat lang en kronkelig is en geen poten heeft. Ik begreep het eerst niet zo goed, maar nu wat beter. Het onderscheid tussen een adder (vipère) en een ringslang (couleuvre) is niet altijd duidelijk. Ze kunnen allebei uiteenlopende kleuren en patronen hebben. Volgens Wikipedia zit het verschil in de ogen: de onschuldige ringslang heeft gele ogen en een ronde pupil, de relatief gevaarlijke adder heeft een verticale pupil en een soort schub boven de ogen, waardoor hij een wat boze blik krijgt. Het is zoals met de paddenstoelen, eigenlijk heb je een vergrootglas nodig en zou je het dier via meerdere bronnen moeten determineren.
Ik heb al geleerd om een ringslang te herkennen aan de gele vlekken achterop het hoofd. Dat is al iets. Vanmiddag was Cacahuète (de dakloze kat van Glorianes) er met eentje aan het spelen. Ik heb het diertje proberen te redden, maar het was al halfdood.
Een paar dagen geleden kwam ik samen met mijn nieuwe buurman terug van een wandeling. Bij het huis van de burgemeester lag een kleine slang. Het dier was niet meer te determineren want het kopje was plat. Ik vroeg aan de burgemeester, die er wat nerveus bijstond, waarom hij het had gedood.
‘Omdat het een adder is, un vipère’, antwoordde hij een beetje korzelig.
‘Hoe kan je die dan herkennen?’ vroeg ik voorzichtig.
‘Ze hebben een V op hun hoofd’ zei hij.
‘De V van vipère’, zei mijn buurman.
Ik schoot in een lach, maar de burgemeester zag er de humor niet van in.
Met een stokje probeerde ik het kopje beter te bekijken.
‘Faites attention! Eén beet van zo’n beest en je gaat dood!’
Hij haalde de slang weg met een spade. Ik kon nog net de gele vlekjes in de nek zien.
Maar hij heeft natuurlijk gelijk. Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn. Ze gewoon met rust laten, lijkt mij het beste.