Bevingen

De pennen in het glazen potje op mijn nachtkastje begonnen te rammelen. Ik hoorde een doffe dreun en het leek alsof mijn bed een stapje opzij deed.

Een lichte aardbeving, stelde ik mezelf gerust, het is hier al vaker gebeurd. Maar het was de eerste keer dat ik het voelde.

En als het nu eens een bom was, dacht ik meteen daarop.

Ik ging niet naar het nieuws kijken, belde mijn buren niet om te vragen of ze het ook gevoeld hadden, ik ging niet naar buiten.

Ik legde mijn boek weg, gleed onder de dekens en dacht aan beelden van mensen in schuilkelders en ziekenhuizen, of ergens onder puin.

Dat ik daarvan weer niet kon slapen, is in vergelijking met een oorlog ter plekke meemaken, een kleinigheid.