Omdat het stilaan tijd werd om groenten en fruit in te slaan, ben ik vandaag nog eens naar het dal gereden. Ik had nog een beetje wintersla in een paar potten op het terras staan, maar dat was ondergesneeuwd. Dus maakte ik een lijstje van alle uitgestelde boodschappen en reed ik eerst naar de groenteboer in Vinça.
Er was een redelijke keuze aan wintergroenten en er waren zelfs sinaasappelen van eigen kweek. De dame voor mij was haar mand aan het vullen en vroeg aan de winkeljongen of het bundeltje groen dat op de toonbank lag soms winterroquette was. Toen hij dat bevestigde was ze opgetogen. ‘J’ adore la roquette’ lachte ze. Ik viel haar bij: ‘moi aussi!’ ‘Echt waar? Dan verdelen we het toch!’ En ze gaf me de helft van het bundeltje.
Daarna reed ik naar het benzinestation om mijn lege gasfles in te ruilen voor een volle. Die dingen zijn loodzwaar en toen ik hem naar mijn auto wou sleuren, kreeg ik hulp van een mijnheer die hetzelfde kwam doen. Hij tilde de gasfles ook nog eens in de koffer.
De rest van de boodschappen deed ik in de Carrefour. Ik wou het adres op mijn klantenkaart laten wijzigen want dat was nog steeds het adres van mijn ouders. Maar volgens de onthaaldame moest dat schriftelijk gebeuren. Toen ze mijn beteuterd gezicht zag, vroeg ze of ik Frans kon schrijven. ‘Oui, oui’, zei ik, lichtelijk op mijn tenen getrapt. ‘Want als het niet lukt, kom gerust terug, dan help ik u wel’ zei ze.
Zoveel vriendelijkheid op een dag, het was de verplaatsing waard.