‘Stoort die boom je niet?’ vroeg iemand. ‘Hij neemt het licht weg. En ook het zicht op de tegenoverliggende berg.’
Het is waar. De cipres staat op een paar meter van het enige raam dat daglicht in mijn woonkamer moet brengen. Als ik iets zou willen veranderen aan mijn huis, dan zou het wel de lichtinval in de woonkamer zijn. Maar de boom, die moet blijven.
In het eerste jaar dat ik hier woonde, wist ik niet eens dat het een cipres was. Zo beperkt was mijn boomkennis. Nu ken ik tenminste het verschil tussen een cipres en een ceder. Naast de cipres staat een enorme atlasceder. Hij wordt bewoond door een paar bosuilen, die ik nog nooit heb gezien, maar die ik wel hoor.
Tot vorig jaar was de cipres in mijn ogen niets meer dan een stam met een rafelige kruin erboven. Na een tijdje vielen mij de ronde kegeltjes op en merkte ik kleurveranderingen in de kruin. In de lente wordt de boom gelig en als er een vogel op een tak springt, stuift er een wolkje uit.
Vorig jaar, eind maart, zag ik voor het eerst een vogel die met het kopje naar beneden van de stam liep. Ik googelde: een boomklever. Het roodborstje kende ik al. Daar hield het ongeveer op.
Daarna leerde ik de koolmeesjes herkennen. Heel gemakkelijk: gele buik met zwarte verticale streep. Ik hing vetbollen in de bomen, zette schaaltjes met pinda’s en zonnebloempitten op de vensterbank en een bord met broodkruimels op het muurtje. Het eetbord heb ik inmiddels weggenomen, want ik ben bang dat de vogels tijdens het eten aangevallen worden door Cacahuette, de altijd rondsluipende, dikke, dorpskat.
Bij het vogelvoer dat ik bestelde, kreeg ik een plaatje met afbeeldingen en namen van tuinvogels. Het hangt in het raam en het neemt nog een beetje meer licht weg. Van de drieëntwintig vogels die erop afgebeeld staan, heb ik er al negen herkend. Vanmorgen zag ik voor het eerst een witte kwikstaart, een elegant zwart-grijs-wit vogeltje. Koolmeesjes en boomklevers komen graag op de vensterbank eten, zelfs als ik achter het raam op mijn laptop zit te tokkelen. Maar zo gauw ik mijn fototoestel bovenhaal, zijn ze weg.
Behalve de boomklevers en de koolmeesjes, strijkt er een enkele keer een bonte specht neer op de vensterbank. De andere vogels blijven liever op afstand.
Ik krijg meer en meer plezier in het kijken naar al dat leven in de boom. Niet alleen kan ik al een paar soorten herkennen, ik begin ook de onderlinge verschillen te zien. Het ene koolmeesje is het andere niet. Zo is er eentje met een grappig pluizig kopje. Ik zou hem Pluisje kunnen noemen. Ik zou hen allemaal namen kunnen geven zoals Len Howard in Het vogelhuis.
Maar wat ik deze week plots besefte, was dat er iets gebeurd is met mijn waarneming. Niet alleen zie en herken ik de vogels, ik ben in staat om verschillende vogels tegelijk te zien. De boom die vroeger een wazige groene vlek was, is nu een soort poppenhuis met verschillende kamers. Terwijl hier vlak voor mijn neus een boomklever nootjes komt halen, hangt er een groenling in de bijna leeggegeten kokosnoot met vet, zit er een heggenmus op het muurtje en springen drie koolmezen rond in de takken. Aan de achterkant van de boom huppen twee merels achter elkaar aan.
Er wordt beweerd dat wij, mensen, maar een klein deel van onze hersencapaciteit gebruiken. Daar is discussie over. Maar ik heb nu wel geleerd dat ik maar een klein deel van mijn waarnemingsvermogen gebruik. De wereld lijkt opeens een onmetelijk oefenterrein. Na het zien, zou ik nu ook beter willen horen. Ik kan alleen het liedje van de botvink en het geroep van de bosuil herkennen. Dit wordt moeilijk. Op youtube kun je dat allemaal beluisteren, maar ik kan maar niet onthouden welk wijsje bij welke vogel hoort. Iemand een tip?
PS Een mooie lijst van tuinvogels vind je bij Menck.
Dat vogelbord is geweldig. 🙂
LikeLike
Ja, voor een beginneling helpt dat echt!
LikeLike
Je hebt gelijk, wij kijken te vaak zonder te zien. Wat een leuk verhaal, ik kan er mij zo het gekwetter en getsilp bij voorstellen!
LikeLike
Dankjewel! Dat gekwetter, getsjilp en gezang is er inderdaad de hele dag 🙂
LikeLike
Heerlijk, al die ontdekkingen in wat mij een wat saaie ‘spar’ leek, de verzamelnaam van alle groenblijvers voor een onwetende als ik. Op het groene stadsdak voor mijn keukenraam zie ik vooral duiven, maar ik mocht toch ook al eens een koolmeesje spotten 🙂 Misschien bestaat er ook wel een plaat van stadsmussen – en andere vogels. … Groetjes uit Molenbeek!
LikeLike
Zet eens een bordje met zonnebloempitten op de vensterbank, of wat verder op het groene stadsdak. Ik ben benieuwd naar het Molenbeekse volkje…
LikeLike
Leuk wakker worden op zaterdagochtend met dit logje. Een mens zit raar in mekaar, hé. Voor mijn burn-out had ik totaal geen oog voor de natuur rond me. Nu, zoals je zegt, herken ik meer en meer vogels – vooral waterliefhebbers – en planten en dat doet goed!
LikeLike
Dankjewel! Ja, de natuur doet goed en ze is dichterbij dan we soms beseffen.
LikeGeliked door 1 persoon
Ja inderdaad.
LikeLike
Oh Christine, wat mooi om te lezen hoe die hele vogelwereld voor jou open is gegaan, enkel door een boom te laten staan 🙂
Mijn grootvader heeft jarenlang bij de de Wielewaal gezeten, da´s een Kempense vogelvereniging. En na zijn dood heeft mijn oom een prijs voor jonge ornithologen opgericht die de naam van mijn grootvader draagt, de prijs Wim Dings (http://www.gazetvanturnhout.be/nieuws/allerlei/turnhout-ornithologieprijs-vernoemd-naar-wim-dings/)
Ik ben dus opgegroeid met mensen die van vogels houden, hoewel ik er jammer genoeg zelf niet zo heel veel kan benoemen. Maar ik blijf nog vaak staan om naar de vogels te kijken (gisteren nog twee eksters allebei op hun eigen lantaarnpaal, was grappig om te zien).
Die vergelijking met een poppenhuis is echt prachtig, wat een mooi beeld!
LikeLike
Dankjewel, Kathleen! Mijn vader was ook een ‘vogel-liefhebber’, en ook lid van De Wielewaal. Maar hij sloot ze op in volières en dat zorgde al eens voor onenigheid in ons gezin, want wij, kinderen, vonden dat zonde. Nu vind ik het zo jammer dat ik mijn ontdekkingen niet met hem kan delen. Het had ons misschien dichter bij elkaar gebracht.
LikeLike
Echt waar? Wat fijn, om weer een raakpunt te ontdekken!
Misschien is het niet te laat om die verbinding nog te maken… Misschien is hij nu net bij die vogels aanwezig?
LikeLike
Kom jij ook uit de Kempen? Dat wist ik niet!
Ik zit hier nog steeds 🙂
LikeGeliked door 1 persoon
Mijn moeder is van Oud-Turnhout en mijn vader van nabij Geel 🙂
LikeLike
Zoveel vogels zitten er niet in mijn tuin.
Misschien moet ik ook maar een Cypres aanplanten.
Vogelvriendelijke groet,
LikeLike
Zitten er bij jullie geen pimpelmeesjes? Dacht ik ergens te lezen. Waarschijnlijk zitten er meer soorten dan je denkt. Dank voor je bezoek en vriendelijke groet terug!
LikeLike
Jaarlijks nesten Pa en Ma Pimpelmees in mijn tuin.
Pa en Ma Merel zijn volhouders. Als de buurtkatten weer hebben toegeslagen dan beginnen ze gewoon weer opnieuw.
De Familie Mus onder de dakrand is luidruchtig aanwezig. Maar ook hier heffen de buurtkatten en de sperwer hun tol.
Vogelvriendelijke groet,
LikeLike
Look deep into nature, and then you will understand everything better.
(Albert Einstein)
LikeLike